Tweetalig opvoeden, piece of cake?


Ik heb altijd gezegd: 'Als wij ooit kindjes hebben moeten die ook Nederlands spreken'.  Dat zou vanzelf wel gaan dacht ik want kleine kindjes leren gemakkelijk.  Tweetalig opvoeden heeft niets dan voordelen: het kind kan spreken met beide kanten van de familie, leert later sneller een derde en vierde taal, helpt de cognitieve ontwikkeling, stimuleert de interesse in andere culturen / de wereld en zo gaat het lijstje met pro's verder.

De waarheid is dat ik het niet gemakkelijk vind.  Na jaren in de UK te wonen moet ik soms zelf naar de juiste woorden zoeken.  Soms zitten die diep weggeborgen - er hangt precies een dikke mist over - en twijfel ik 'is dat wel juist, dat klinkt verkeerd'.  Heel vervelend!  O is nu 19 maanden en de Nederlandse (of Vlaamse) woordjes die hij zegt zijn: kip, water en dag (met een grote zwaai).   
  
Ik kijk vaak op het net voor een beetje raad en om te zien hoe andere mensen het tweetalig opvoeden aanpakken.  Hier, hier en ook dit helpen mij om een 'plan' te hebben waar we ons zo goed mogelijk aan houden.

Our plan: 
  1. Family agreement: dit was gemakkelijk voor ons.  We willen beide dat O de twee talen begrijpt én spreekt.  Lezen en schrijven zal eerst in het Engels geleerd worden.   
  2. Enthusiastic, yet realistic:  Sommige mensen voegen meteen een derde of vierde taal toe, dat zie ik niet zitten en vind dat En/Ne meer dan genoeg is voor ons gezin.  Ik las dat een kind minstens 30% van zijn tijd in de minderheidstaal moet doorbrengen om hem goed te beheersen.   
  3. The practical plan:  Of wie spreekt wat tegen wie?  Wij hebben voor OPOL gekozen – One parent one language.  Ik en O spreken Nederlands, mijn man en O spreken Engels, mijn man en ik spreken Engels.
  4. Get together:  Dit is niet gemakkelijk want mijn familie woont in België.  Er is natuurlijk altijd de telefoon of skype, maar omdat O nog zo klein is lukt dat nog niet goed.  Ik lees boekjes voor, heb een stapeltje Dvd's liggen, we zingen liedjes,....  Het moeilijkste is om andere Nederlandstaligen te  ontmoeten want meestal wonen die in Londen.
  5. Be patient:  Soms is er twijfel.  Soms kijken de mensen raar want je spreekt in een vreemde taal. Soms betrap je jezelf in de verkeerde taal spreken en schakel je vlug om en hoop je dat je het arme kind niet verward hebt.  De andere kindjes in je baby-kring zeggen al heel wat meer woordjes in het Engels.  O zegt niet veel – een gevolg van zijn tweetaligheid of gewoon een laat sprekertje?  Geduld, geduld, geduld...  en elke keer O een Nederlands woordje begrijpt of zegt ben ik toch zo fier!
  
Maar waar ik je eigenlijk wil over vertellen vandaag is dit:   
Soms vind je via via toch plots een andere Belg – met kindje van dezelfde leeftijd, die ook nog eens helemaal niet zo ver woont.  Je spreekt af en wat een twee uur afspraakje in het park was wordt drie uur kletsen.  Super toch?!  Het deed serieus deugd en het beste was de kindjes samen zien spelen. O kon zijn oren niet geloven (en zei lekker nieks)!  Merci Lies, dat doen we zeker nog een keer!

Comments

Popular posts from this blog

Claire's quilted blanket

Warm hearts

Happy big changes